Hoe ga je om met griep bij kinderen?

Vroege signalen

Als ouder voel je vaak al eerder dan een thermometer dat je kind niet zichzelf is. Misschien merk je dat je zoon of dochter minder zin heeft om te spelen, sneller in tranen is of vaker bij je op schoot kruipt. Ook kleine veranderingen, zoals een verminderde eetlust, vaker geeuwen of een opvallende gevoeligheid voor prikkels, kunnen de eerste aanwijzingen zijn dat er iets onder de leden zit. Het zijn subtiele signalen, maar juist die kleine verschillen geven je vaak het eerste gevoel dat er iets zit aan te komen.

Duidelijke griep symptomen

Wanneer de griep echt doorzet, worden de klachten meestal vrij direct duidelijk. Je kind kan plots (hoge) koorts krijgen, last hebben van koude rillingen en klagen over hoofdpijn of pijnlijke spieren. Vaak zie je ook dat ze minder energie hebben en liever in bed blijven liggen. Soms komt er hoesten of keelpijn bij. Het verschil met een gewone verkoudheid is dat griep zich vaak vrij snel en gelijk heftig aandient: van de ene op de andere dag kan je kind duidelijk ziek zijn.

Het verloop van griep

Griep verloopt zelden in een rechte lijn. Een kind kan zich op de derde dag alweer vrolijker gedragen en de dag erna opnieuw onderuitgaan met koorts of vermoeidheid. Dat grillige verloop kan verwarrend zijn, maar is heel normaal. Het betekent ook dat herstel tijd nodig heeft. Gun je kind daarom echt de rust om uit te zieken, ook als het even beter lijkt te gaan. Te vroeg weer naar school of opvang sturen kan niet alleen het herstel vertragen, maar ook de kans vergroten dat anderen besmet raken.

Koorts bij baby’s: wanneer direct bellen?

Koorts bij een baby voelt vaak extra spannend. Vanaf 38°C spreken we van koorts. Bij een baby jonger dan 3 maanden is élke verhoging reden om direct de huisarts te bellen. Ook bij oudere baby’s geldt: luister naar je gevoel en bel liever één keer te vaak dan te weinig.

Let extra goed op bij:

• een baby met 40 graden koorts of snel oplopende temperatuur,

• sufheid, kreunen of moeilijk wakker te krijgen,

• weinig drinken en/of meer droge luiers dan normaal,

• snelle of piepende ademhaling,

• vlekjes die niet wegdrukken, aanhoudend braken of een koortsstuip.

Je kind is benauwd: wanneer ga je naar de dokter?

Bel altijd je huisarts of huisartsenpost (en bij ernstige nood 112) bij:

• benauwdheid in rust: snelle ademhaling gecombineerd met intrekkingen of neusvleugelen,

• blauwe of grauwe verkleuring rond lippen of gezicht, of moeilijk wekbaar zijn,

• drinken dat niet lukt (droge mond, weinig of geen natte luiers),

• aanhoudend piepen, hijgen of kreunen bij elke ademhaling,

• pauzes in de ademhaling of herhaald kokhalzen en verslikken,

• een baby jonger dan 3 maanden met merkbare benauwdheid.

Wat je thuis kunt doen bij mildere klachten

• Ademhaling volgen: tel ademhalingen een halve minuut en vermenigvuldig x2. Vergelijk dit met de normale ademfrequentie voor de leeftijd van je kind (zie overzicht hieronder).

• Houding: rechtop tegen je aan of iets verhoogd liggen kan het ademen makkelijker maken.

• Rust en drinken: bied vaker kleine slokjes aan en forceer niets.

• Schone lucht: zorg voor frisse lucht en een rookvrije omgeving; stomen is meestal niet nodig.

• Observeren: noteer veranderingen in ademtempo, drinkgedrag en alertheid. Wordt het duidelijk slechter of vertrouw je het niet, bel dan altijd.